Beter beslissen door ‘een groep met jezelf te vormen’. Ook als individu kun je tot betere beslissingen komen door gebruik te maken van enkele basisprincipes die bij groepen tot wisdom of the crowd leiden, meende toonaangevend psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman.

Waarom nemen we zo vaak verkeerde beslissingen en hoe kunnen we dat voorkomen? Daarover gaat het boek ‘Ruis’ van onlangs overleden psycholoog en Nobelprijswinner Daniel Kahneman. Vanwege zijn megabestseller ‘Thinking, Fast en Slow’ hebben veel mensen van Kahneman gehoord. Helaas hebben veel minder mensen het ook echt gelezen.

In ‘Ruis’ laten Kahneman c.s. onder andere zien hoe je bij het nemen van beslissingen een groep of team kunt inzetten om het wisdom-of-the-crowds-effect te bereiken. Veelal levert dat – mits daarvoor de juiste condities worden gecreëerd – een beter resultaat op.

Wat weegt deze os?

Het fenomeen wisdom of the crowds is vooral door James Surowiecki op de kaart gezet met zijn gelijknamige boek uit 2004, al was het veel eerder bekend. In 1907 vroeg de Britse statisticus Francis Galton aan 787 bezoekers van een jaarmarkt om het slachtgewicht van een daar tentoongestelde os te schatten. Het gemiddelde van alle schattingen bleek maar 2 pond af te wijken van het feitelijke gewicht. In honderden andere gevallen zijn vergelijkbare resultaten gevonden.

Een simpel statistisch principe ligt hieraan ten grondslag: het middelen van verschillende onafhankelijke oordelen van meerdere mensen levert een nieuw oordeel op, met minder ruis dan doorgaans in het oordeel van één persoon besloten ligt.

Eén weet meer dan één

Ook als individu blijk je al tot betere beslissingen te komen door twee inschattingen te doen en het resultaat te combineren. Door op twee manieren ‘Een groep met jezelf te vormen’.

Of zoals twee Amerikaanse onderzoekers, Edward Vul en Harold Pashler dat noemen, een crowd within te creëren. In 2008 publiceerden ze over hun onderzoek waarin zij proefpersonen met een flinke interval – drie weken – dezelfde vraag opnieuw stelden. Het combineren van beide schattingen bleek 1/3 beter. Terwijl het combineren van twee schattingen direct na elkaar slechts tot een verbetering van 1/10 leidde. Dit laat nog maar eens zien dat het aloude advies ‘Slaap en er nog maar eens een nachtje over’ zo gek nog niet is.

Soms is het niet mogelijk om in de tijd een flinke afstand tussen je eerste inschatting en de tweede te creëren. Dan is het nuttig dat je het resultaat van je eerste schatting ten minste combineert met een tweede schatting die zo ver mogelijk van de eerste af ligt zonder al te onwaarschijnlijk te worden.

Dat bleek toen twee Duitse onderzoekers, Stefan Herzog en Ralph Hertwig, op een andere manier gebruik maakten van ‘een groep met jezelf te vormen’. Zij vroegen hun proefpersonen om direct na de eerste schatting nog een tweede te maken en er daarbij vanuit te gaan dat hun eerste geheel foutief was geweest. Wat zouden de aannames en overwegingen geweest kunnen zijn waardoor ze zichzelf toen op het verkeerde been hebben gezet? Was de eerste schatting te hoog of te laag? En tot welk bijgesteld oordeel zouden ze nu moeten komen?

Dit verzoek zette de proefpersonen ertoe aan om actief bij zichzelf na of er iets was waar ze de eerste keer helemaal niet aan hadden gedacht. Doordat de deelnemers zichzelf dwongen om de vraag in een nieuw licht te bezien, deden ze dat als het ware met een andere versie van zichzelf – twee ‘leden’ van de met zichzelf gevormde groep’ die qua inzicht verder uiteen lagen.

Ook deze toepassing leidde tot een gemiddelde dat dichter bij de feitelijk correcte uitkomst kwam. Al moesten de onderzoekers ook constateren dat de toegevoegde waarde van twee elkaar direct opvolgende ‘dialectische’ schattingen maar ongeveer de helft was van een gewone ‘second opinion’.

Heb je dus niet een de gelegenheid om bij het nemen van een belangrijke beslissing de wijsheid van een oordeelkundige groep in te roepen, oordeel dan zelf niet een maar twee keer door een ‘met jezelf gevormde groep’ te vormen. Je kunt dat enige tijd later doen – waarmee je wat afstand neemt van je eerste mening – of de methode volgen waarbij je actief tegen je eigen ideeën in redeneert en het probleem vanuit een andere invalshoek benadert.

Ten slotte geldt dat je de resultaten, hoe je ze ook hebt verkregen, het beste gewoon kunt middelen, tenzij er een zwaarwegende reden is om een van de twee schattingen meer gewicht toe te kennen.

Kahneman, D. e.a. Ruis. Amsterdam: Nieuw Amsterdam (2021)

Volgende stappen

Wil jij persoonlijk of met jouw team werken aan beter teamwerk? Neem dan contact met ons op – misschien kunnen we je helpen.

Gerelateerde berichten
Groeimindset: misvattingen en tips

Wat betékenen een groeimindset en een statische minset? Wat is het niet? Carol Dweck, een van de grondleggers van de Lees verder

Hybride werken en psychologische veiligheid: een 5-stappenplan voor managers

Hybride werken – het combineren van werken vanuit thuis en op kantoor – zal ook na Covid in veel organisaties Lees verder

Zo werkt groepsdenken en zo pak je het aan

Veel van ons gedrag komt tot stand door ‘groepsdenken’. Ook op het werk. Feitelijk gaat het hier niet echt om Lees verder

Weten wanneer je moet stoppen met praten

Goed teamwerk vereist overleg, maar bedenk daarbij wél: door 40 seconden te oreren kun je een gesprek grondig verpesten. De Lees verder